Het was in de jaren 60 van de vorige eeuw en in de kleine eenvoudige bovenwoning in Rotterdam Zuid woonden de ietwat truttig geklede Nel en haar corpulente echtgenoot Jaap. Jaap was buschauffeur bij de RET en drukte zich nogal eens verkeerd uit met zijn negatieve, racistische en conservatieve kijk op het leven en stond in de buurt bekend als een brompot. Toch was hij nog altijd dol op Nel, hoewel er in bed nooit iets spannends gebeurde, waardoor het stel kinderloos was.
Nel was zoals toendertijd gebruikelijk was de huisvrouw die de hele dag maar zorgde dat het huis er tiptop uitzag en maakte dat het eten ’s avonds op tafel kwam, maar kon nooit iets leuks doen omdat Jaap te krenterig voor was om geld aan pleziertjes uit te geven. Het echtpaar had regelmatig woorden omdat Nel ook graag haar steentje aan het huishoudgeld wilde bijdragen, maar Jaap verbood haar met zijn conservatieve gedachten een baan te zoeken.
Hij leefde nog altijd met het motto: ‘het enige recht van de vrouw is het aanrecht’. Zelf nam hij het er regelmatig van en genoot samen met zijn vriend Simon van de kegelsport en zoop zich klem in de het clubhuis, terwijl Nel het zonder enige vorm van vertier thuis maar moest uitzoeken en vaak vroeg in bed lag en uit pure verveling haar kut verwende met haar houten dildo.
Hun bovenbuurman Simon, een vrolijke flierefluiter was getrouwd met Zus, een uit de klei getrokken boerin die een bovengemiddelde haargroei op de kuiten onder haar pisbak had, die wekelijks met plezier door de geile Simon werden geschoren.
Simon werkte bij de riolering en werd ondanks zijn grote vriendschap met Jaap regelmatig door hem aangesproken met de denigrerende term ‘putjesschepper’.
Simon en Zus hadden een gezonde relatie en neukten zich een slag in de rondte tot ongenoegen van Jaap die zich ergerde aan de herrie als ze hem uit zijn slaap hielden met hun geile spelletjes in het krakende bed, wat goed te horen was in de slecht geïsoleerde woning.
Het duurde niet lang voordat Zus drachtig was en een gezonde zoon uit poepte.
Langzamerhand kwam de klad in het huwelijk van dit stel en op een dag verliet Zus hem om verder te gaan met Jan Cremer, een schrijver van porno romans.
Simon was er niet echt rouwig om en had al snel de draad weer opgepakt waarbij hij de hele dag rondliep met een stijve leuter en genoot van het vrouwelijk schoon dat tijdens zijn werk regelmatig langsliep.
Op een dag zat de immer opgewekte Simon in een mentale dip en kon het niet opbrengen met Jaap naar de kegelclub te gaan, waarop Jaap besloot dan maar alleen te gaan.
Nellie trok haar het leed van Simon aan en besloot hem op te beuren, want de ze kon het niet verkroppen dat de ‘riooldeskundige’ de hele avond in zijn eentje zat te kniezen en uit pure ellende voor de TV zat te staren naar een show van Joke Bruijs en Gerard Cox.
“Siem, heb je zin in een bakkie koffie, ik heb ook nog een prakkie van het avondeten over”, riep ze naar boven.
Simon zat dan wel in een dip, maar voor een bord eten was deze vreetzak altijd wel te porren en hij ging snel naar beneden waar Nellie de stamppot al stond op te warmen.
“Hoi Siem, ik kom eraan”, riep Nellie vrolijk uit de keuken en ze kwam al snel met een bord peen en uien met een speklap die Simon zich goed liet smaken.
Plotseling begon Simon te snikken en de tranen liepen over zijn wangen.
“Och Siem, wat is er toch jongen, mis je Zus zo ?”, vroeg Nel terwijl ze achter hem ging staan en troostend haar armen om hem heen sloeg, waarbij Simon de tieten van Nellie tegen zijn rug voelde drukken.
“Ach nee, maar ik heb ook mijn gevoelens en wordt zo moe van het dagelijkse masturberen, ik wil wel weer eens een lekkere meid”, snotterde Simon.